Persoonlijke ontwikkeling
da Marjolein Gravemade
1. In welke situaties ben ik op mijn sterkts en welke kwaliteiten zet ik dan in?
1.1. Als ik in een gestructureerde omgeving kan werken (orde en regelmaat). In een omgeving met heldere afspraken en de naleving daarvan. De verankeraar, mijn planmatige manier van werken zet ik dan in en is zichtbaar.
1.2. Als mij een duidelijke en belangrijke opdracht gegeven wordt (vertrouwen, mate van belangrijkheid). Ik wil niet aan de zijlijn staan. Mijn drive, werkethiek zet ik dan in.
1.3. Als er samen gewerkt wordt, als een team (competentie Motivator)
1.4. Als ik kan nadenken/werken aan complexe zaken. Ik hou van analyseren en nieuwe dingen leren.
1.5. In een vertrouwde omgeving waar ik mezelf kan zijn, waar iedereen zichzelf mag zijn. Ieder mens is anders en je hebt in je organisatie verschillende soorten mensen nodig. Maak gebruik van de kracht van ieder persoon. (People Agility)
2. Wat heb ik wel in me, maar laat ik onvoldoende zien? Wat is het effect om mijn omgeving?
2.1. De motivator. Ik kan mensen makkelijk bij elkaar krijgen en kan issues/problemen op een menselijke maar assertieve manier oplossen (zonder persoonlijk te worden, zonder drama).
2.2. Ik laat soms te weinig mijn kennis/ervaring zien, omdat ik mijn gedachten/mening in mijn hoofd laat. Je moet mij beter/langer kennen.
3. Wat wil ik nog ontwikkelen en waarom?
3.1. Proceskennis van de PLUS organisatie, zodat ik mijn functie nog beter kan uitvoeren.
3.2. Mijn gedachten/mening in onverwachte situaties beter onder woorden brengen.
4. Sterkte punten (wat heb ik al in huis?)
4.1. Ik kan goed planmatig en efficiënt werken (structuur aanbrengen, afspraak = afspraak, betrouwbaarheid, prioriteiten stellen)
4.2. Ik ben resultaat gericht (altijd werken aan het resultaat en me niet laten afleiden, prioriteiten stellen)
4.3. Ik ben gericht op de kwaliteit van mijn werk/eindproduct (kwaliteit vind ik vaak belangrijker dan snelheid)
4.4. Ik bezit logisch redeneervermogen (ik ben goed in staat inzicht te krijgen in nieuwe informatie en hier logische conclusies uit te trekken)
4.5. Ik bezit analyserend vermogen (onderwerpen grondig onderzoeken)
4.6. Ik scoor goed op Mental Agility, People Agility, Self-awareness
5. Valkuilen
5.1. In een meeting vind ik het lastig om snel mijn mening/gedachten te formuleren.
5.1.1. Mening/gedachten van te voren bedenken/structureren
5.1.2. Laten weten dat ik erop terug kom
5.1.3. Ongestructureerd mijn gedachten in bullets laten weten
5.2. Kan soms moeilijk omgaan met onvoorspelbaarheid (raak geïrriteerd en dit kan leiden tot ongeïnteresseerdheid)
5.2.1. Het onvoorspelbare een plek geven in mijn voorspelbare wereld.
5.2.2. Even wat afstand nemen en later terugkomen op de onvoorspelbaarheid.