Mindfulness

1. Boeddhisme

1.1. Bronnen

1.1.1. Boeddha

1.1.1.1. Nu

1.1.1.2. Hier

1.1.1.3. Dankbaarheid

1.1.2. Dharma

1.1.2.1. Natuur

1.1.2.1.1. Open

1.1.2.1.2. Kritisch

1.1.2.1.3. Wetenschappelijk

1.1.3. Sangha

1.1.3.1. Omgeving

1.1.3.1.1. Medemens

1.1.3.1.2. Verbondenheid

1.1.3.1.3. Uitreiken voor steun

1.2. Waarheden

1.2.1. Frustratie (duhka)

1.2.1.1. Onder ogen zien

1.2.1.2. Accepteren

1.2.2. Oorzaak van duhka

1.2.2.1. Piekeren (samsara)

1.2.2.1.1. Slechte gewoontes

1.2.2.1.2. De wereld past zich niet aan

1.2.2.2. Gehechtheid

1.2.2.2.1. ...aan 'later'

1.2.2.2.2. ...aan imago

1.2.2.2.3. ...aan stabiliteit

1.2.2.2.4. ...aan standpunten

1.2.2.2.5. ...aan hoe het moet

1.2.2.2.6. ...aan bezittingen

1.2.2.2.7. ...aan controle

1.2.2.2.8. ...aan positieve gevoelens

1.2.2.3. Onheilzaam willen

1.2.2.3.1. Willen wat er niet is

1.2.2.3.2. Niet willen wat er is

1.2.2.4. Diep engagement

1.2.2.4.1. Kijk wat er is

1.2.2.4.2. Wijsheid

1.2.2.4.3. Medeleven

1.2.2.4.4. Heilzaam willen

1.2.3. Vrijheid Lichtheid

1.2.3.1. Verlichting

1.2.3.2. Meditatie

1.2.3.3. Onthecht

1.2.3.4. Niet-oordelen

1.2.4. Heilzaam pad

1.2.4.1. Heilzaam begrijpen

1.2.4.1.1. Zie de realiteit

1.2.4.1.2. Accepteer de realiteit

1.2.4.1.3. Vermijd concepten

1.2.4.1.4. Aandacht van een beginner

1.2.4.1.5. Er is meer dan jouw beeld

1.2.4.1.6. Opinies

1.2.4.1.7. Stabiliteit zoeken

1.2.4.1.8. Stabiliteit in wat er is

1.2.4.1.9. Aandacht voor dit moment

1.2.4.2. Heilzame intentie

1.2.4.2.1. Stop met zoeken naar geluk

1.2.4.2.2. Wees realistisch

1.2.4.2.3. Wees helemaal hier

1.2.4.2.4. Onthaasten

1.2.4.2.5. Adempauze

1.2.4.2.6. Vertragen

1.2.4.3. Heilzaam spreken

1.2.4.3.1. Je boosheid maakt je woorden onvriendelijk, ongepast en hard

1.2.4.3.2. Van reageren naar antwoorden

1.2.4.3.3. HOO herkennen - observeren - openen

1.2.4.3.4. LA luisteren - antwoorden

1.2.4.3.5. Interpretaties en veronderstellingen

1.2.4.3.6. Waarachtig zijn

1.2.4.3.7. Niet reactief maar creatief

1.2.4.3.8. Niet intellectueel maar intelligent

1.2.4.3.9. Het nu vertrouwen

1.2.4.4. Heilzaam handelen

1.2.4.4.1. Zie je motivatie

1.2.4.4.2. Wees consequent

1.2.4.4.3. Doen, depressie, welzijn

1.2.4.4.4. Gewoonten

1.2.4.5. Heilzaam levensonderhoud

1.2.4.6. Heilzame inspanning

1.2.4.6.1. Te doelgericht werkt contraproductief

1.2.4.6.2. Onderken 'moeten' en laat los

1.2.4.6.3. De middenweg

1.2.4.6.4. Soms is het nodig om te doen voor je het wilt doen

1.2.4.7. Heilzaam gewaarzijn (mindfulness)

1.2.4.7.1. Stil worden en kijken

1.2.4.7.2. Vipassana: helder zien

1.2.4.7.3. Meditatie

1.2.4.8. Heilzame concentratie

1.2.4.8.1. Concentratie en gewaarzijn houden elkaar in evenwicht

1.2.4.8.2. Onthaasten: concentreer op één ding

1.2.4.8.3. Dwangmatige concentratie is onheilzaam

2. Heilzame kwaliteiten

2.1. Herkennen

2.1.1. Oplettendheid

2.1.2. Waakzaamheid

2.1.3. Alertheid

2.1.4. Opmerkzaamheid

2.2. Observeren

2.2.1. Betrokkenheid

2.2.2. Niet oordelen

2.2.3. Intentie

2.2.4. Energie

2.3. Openen

2.3.1. Geduld

2.3.2. Vertrouwen

2.3.3. Vriendelijkheid

2.3.4. Zachtheid

2.4. Luisteren

2.4.1. Luisterbereidheid

2.4.2. Innerlijke stilte

2.4.3. Ontvankelijkheid

2.4.4. Nederigheid

2.5. Antwoorden

2.5.1. Spontaniteit

2.5.2. Openheid

2.5.3. Flow

2.5.4. Mildheid

3. Vriendelijkheid

3.1. Keuze

3.1.1. ...als anderen nee zeggen?

3.1.2. ...als anderen mijn waarden niet respecteren?

3.1.3. ...als anderen niet aan mijn verwachtingen voldoen?

3.2. Attitude

3.2.1. Liefdevolle vriendelijkheid

3.2.2. Mededogen

3.2.3. Empathische vreugde

3.2.4. Gelijkmoedigheid

4. Depressie

4.1. Heilzaam begrijpen

4.1.1. Ik weet dat sombere gevoelens deel uitmaken van het leven en niet te vermijden zijn.

4.1.2. Ik weet dat deze gevoelens komen en ook weer gaan

4.1.3. Vandaag is het zo een dag, morgen zien we wel

4.2. Heilzame intentie

4.2.1. Ik neem mezelf voor respectvol zorg te dragen voor mijn gevoelens

4.2.2. Ik kan ze aandacht geven, zonder ze te beoordelen en zonder erop te reageren

4.3. Heilzaam spreken

4.3.1. Ik kan mijn grenzen aangeven indien nodig

4.3.2. Ik kan hulp vragen

4.3.3. Klagen helpt niet

4.4. Heilzaam handelen

4.4.1. Ik kan de nodige actie ondernemen om voor mezelf en mijn gevoelens te zorgen

4.4.2. Som kan het drinken van een kop thee met appreciërende aandacht het beste zijn om te doen

4.5. Heilzaam levensonderhoud

4.5.1. Ik kan mijn leven zo inrichten dat het een diepere betekenis en zin geeft voor mezelf in relatie met mijn medemens

4.6. Heilzame inspanning

4.6.1. Als ik depressief ben, heb ik vaak zin om in bed te blijven.

4.6.2. Ik weet dat het belangrijk is om mijn initiële inertie te overwinnen

4.6.3. Ik kan mezelf eraan herinneren dat ik het wandelen wel zal appreciëren eens ik al onderweg ben

4.7. Heilzame mindfulness

4.7.1. Ik weet dat niet herkende negatieve gedachten mij dieper in de put kunnen brengen

4.7.2. Daarom zal ik oplettend zijn voor wanneer ze opdagen

4.7.3. Ik zal ze niet oordelen en niet verder voeden

4.7.4. Deze oplettendheid helpt me ook alert te blijven voor mijn vroege waarschuwingssignalen voor een nakende depressie

4.8. Heilzame concentratie

4.8.1. Als ik meegenomen word in een pieker- of klaagreactie, kan ik aandacht geven aan de adem

4.8.2. Als ik alles negatief zie, kan ik meer aandacht geven aan de dingen die wél goed gaan in het leven

4.8.3. Op die manier cultiveer ik ook 'heilzaam denken'

5. Cognitieve therapie

5.1. Stressvolle gedachten

5.1.1. Helpt deze gedachte mij ongewenste gevoelens te voorkomen?

5.1.2. Helpt deze gedachte mij conflicten met anderen te voorkomen?

5.1.3. Helpt deze gedachte mij mijn doelen te realiseren?

5.2. Stemming beïnvloedt je gedachten

5.2.1. Laat ik mij beïnvloeden door mijn emotionele betrokkenheid?

5.2.2. Is die een interpretatie of een observatie?

5.2.3. Kan ik er ook anders naar kijken?

6. Meditatie

6.1. Herkennen van gedachten

6.2. Observeren zonder oordeel

6.2.1. Hardnekkige gedachten glimlachend omarmen

6.3. Voelen

6.3.1. Hoe reageert je lichaam op je gedachten?

6.4. Aandacht voor het lichaam

7. Emotionele intelligentie

7.1. Hoe zou een wijze persoon kijken naar deze situatie?

7.2. Hoe zou iemand die ik bewonder kijken naar deze situatie?

7.3. Welke raad zou ik geven aan iemand anders in deze situatie?

7.4. Overwin je angst om iets op een andere, minder vertrouwde manier te doen!