1. De opkomst van het nationaalsocialisme
1.1. Duitsland na de eerste wereldoorlog
1.1.1. Republiek van Weimar
1.1.1.1. Op 11 november 1918 werd de wapenstilstand getekend. Duitsland werd een democratische republiek met algemeen kiesrecht.
1.1.1.2. De partij van de sociaal democraten (SPD) vormde een regering met twee andere partijen uit de Rijksdag (parlement).
1.1.1.3. conservatieve politici gaven de nieuwe regering de schuld van het verlies van de eerste wereldoorlog.
1.1.1.4. Duitse communisten vonden dat het tijd was voor een revolutie. De nieuwe regering sloeg de opstanden neer.
1.1.2. Verdrag van Versailles
1.1.2.1. Juni 1919, officieel einde van de eerste wereldoorlog.
1.1.2.2. Duitsland werd als hoofdschuldige aangewezen, veel Duitsers waren hierover verbaasd.
1.1.2.2.1. Duitsland moest de oorlog in goud vergoeden en oorlogsmateriaal inleveren.
1.1.2.2.2. Elzas-Lotharingen was weer van Frankrijk, en Duitsland moest gebied afstaan aan België, Tsjechoslowakije en Polen. Hierdoor kwam Oost-Pruisen los te liggen van Duitsland.
1.1.2.2.3. Duitsland moest de dienstplicht afschaffen. Het maximale aantal van 100.000 soldaten was niet toegestaan op het Rijnland.
1.1.2.3. De Duitse regering ondertekende zodat de geallieerden Duitsland niet binnenvielen.
1.2. Duitsland in de jaren twintig
1.2.1. De regeringspartijen werden voor landverraders uitgemaakt omdat zij het verdrag van Versailles hadden ondertekend.
1.2.2. Volgens de vrede in maart 1918 moest Rusland van Duitsland veel land aan Duitsland geven en een hoge Duitse rekening betalen.
1.2.3. In 1921 rekenden de geallieerden uit dat de Duitsers 132 miljard gouden marken moest betalen. In 1923 kon of wilde Duitsland niet meer betalen, dus bezette het Franse leger het Ruhrgebied
1.2.3.1. De arbeiders in het Ruhrgebied gingen staken, en de Duitse regering steunden ze door de lonen door te betalen. Voor dat geld moesten ze geld drukken, waardoor enorme inflatie ontstond en een mark eind 1923 evenveel waard was als een krantenpapier
1.2.4. In 1923 probeerden een groepje fanatici onder leiding van Adolf Hitler in München de macht te grijpen. Dit mislukte en Hitler werd gearresteerd. In de gevangenis schreef Hitler Mein Kampf.
1.2.5. In 1924 ging het wat beter. De VS hielp met leningen en Duitsland mocht toetreden tot de Volkenbond, een vergadering waarin landen conflicten met elkaar konden bespreken.
1.3. De economische crisis
1.3.1. Wall street crash 1929.
1.3.1.1. Het begin van een wereldwijde economische crisis.
1.3.2. Veel bedrijven gingen failliet
1.3.2.1. Amerikanen trokken hun kredieten aan Duitsland terug.
1.3.2.2. 40% van de beroepsbevolking is zijn baan kwijt.
1.3.2.2.1. Nog geen uitkering van de overheid
1.3.3. Communisme
1.3.3.1. Doordat de Duitse regering geen geld had om de economie te helpen dachten veel slachtoffers dat het communisme het antwoord vormde.
1.3.3.2. Aanhangers van Karl Marx willen de productiemiddelen nationaliseren.
1.3.3.3. De communistische partij (KPD) had vooral aanhangers onder de arbeiders
1.3.4. Nationaal Socialisme
1.3.4.1. Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP) van Adolf Hitler
1.3.4.2. Middenstanders, boeren en hoger personeel waren bang hun bezit en status te verliezen op de Nazi's
1.3.4.3. Op 30 januari 1933 werd Hitler tot eerste minister benoemd. Door parlementsleden en andere partijen onder druk te zetten kreeg Hitler onbeperkte macht.
1.3.4.3.1. Andere partijen werden verboden en tegenstanders gearresteerd.
1.3.4.3.2. De politie, zoals de SS (Schutzstaffel), was er om tegenstanders het zwijgen op te leggen.
1.3.4.4. Totalitaire staat
1.3.4.4.1. Propagandaminister Goebbels verklaarde Hitlers ideeën heilig.
2. Het verloop van de tweede wereldoorlog
2.1. De weg naar de oorlog
2.1.1. 1933
2.1.1.1. Duitsland stapt uit de Volkenbond
2.1.1.2. Hitler trok zich niks aan van het Verdrag van Versailles
2.1.1.2.1. Er werd een machtige oorlogsindustrie opgebouwd
2.1.2. 1936
2.1.2.1. Hitlers troepen trokken het Rijnland binnen
2.1.2.2. Duitsland en Italië sloten een verbond. De asmogendheden werkten samen met Japan. Ze trokken zich tegen het communisme.
2.1.3. 1938
2.1.3.1. Duitse troepen trokken de Anschluss (Oostenrijk) binnen.
2.1.3.2. Conferentie van München
2.1.3.2.1. Hitler wilde Sudetenland van Tsjechoslowakije.
2.1.3.2.2. Tsjechoslowakije had een verdrag met Engeland en Frankrijk.
2.1.4. 1939
2.1.4.1. Molotov-Ribbentroppact
2.1.4.1.1. Verdrag tussen Duitsland en de Sovjet-Unie.
2.1.4.1.2. Ze zouden elkaar niet aanvallen, maar ook geheime afspraken zoals de onderlinge verdeling van Polen.
2.1.4.2. 1 september
2.1.4.2.1. Hitlers troepen trokken Polen binnen.
2.2. Duitse successen
2.2.1. Binnen een maand was Polen door Duitsland verslagen.
2.2.1.1. Warschau was zwaar gebombardeerd.
2.2.1.2. De Russen bezetten 'hun' deel van Polen.
2.2.2. 1940
2.2.2.1. April
2.2.2.1.1. Verovering van Noorwegen en Denemarken.
2.2.2.2. 10 mei
2.2.2.2.1. Begin van de Duitse aanval op West-Europa.
2.2.2.3. Magotlinie
2.2.2.3.1. Een sterke verdedigingslinie op Frans-Duitse grens.
2.2.2.4. Blitzkrieg
2.2.2.4.1. Bliksemsnelle Duitse opmars.
2.2.2.4.2. Frankrijk, België en Nederland vielen in Duitse handen.
2.2.2.5. Engeland
2.2.2.5.1. Boven Engels gebied vonden hevige luchtgevechten plaats tussen de bommenwerpers van de Duits Luftwaffe en de Royal Air Force. Onder leiding van premier Winston Churchill wisten de Britten stand te houden.
2.2.3. 1941
2.2.3.1. 22 juni
2.2.3.1.1. Hitler gaf opdracht om de Sovjet-Unie aan te vallen.
2.2.3.2. Opertaie Barbarossa
2.2.3.2.1. Lebensraum voor de Duits Übermensch.
2.2.3.2.2. Behoefte aan grondstoffen.
2.2.3.2.3. Hitlers haat tegen het communisme.
2.2.3.2.4. SS en het Duitse leger moesten Rusland massaal Untermensch vrij maken.
2.2.3.2.5. De afstanden en de barre Russische winter hinderden de Duitsers en de partizanen (verzetsstrijders) pleegden aanslagen op Duitse aanvoerroutes.
2.2.3.3. Japan was begonnen met de verovering van gebieden in Azië.
2.2.3.3.1. het bemachtigen van olie en grondstoffen.
2.2.3.3.2. 7 December 1941
2.3. Geallieerde successen
2.3.1. 1942
2.3.1.1. De geallieerden gingen op alle fronten in de tegenaanval.
2.3.1.2. De Amerikaanse vloot en luchtmacht rukten op naar Japan.
2.3.2. Winter 1942-1943
2.3.2.1. Duitsers leden een zware nederlaag bij Stalingrad.
2.3.2.2. Duitse leger werd bij Leningrad en Moskou teruggedreven.
2.3.2.2.1. Ook de Russen leden hier zware verliezen.
2.3.3. 1943
2.3.3.1. Topoverleg tussen de geallieerde leiders.
2.3.3.1.1. Stalin vond de Westelijke geallieerden te afwachtend.
2.3.3.1.2. Roosevelt, Churchill en Stalin spraken af dat er een westelijk front zou komen.
3. Nederland en de tweede wereldoorlog
3.1. Nederland bezet
3.1.1. Op 10 mei 1940 viel Duitsland Nederland binnen, Nederland hield goed stand en om ze tot overgang te dwingen hebben ze Rotterdam gebombardeerd. Op 14 mei gaf Nederland zich over. Nederland kreeg een Duits bestuur onder leiding van de Oostenrijker Seyss Inquart.
3.1.2. Politieke partijen werden verboden, behalve de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) . Tienduizenden Nederlandse vrijwilligers namen dienst in het Duitse leger. Van massaal verzet was geen sprake. Mensen luisterden stiekem naar radio oranje.
3.1.3. In 1944 werd het zuiden van Nederland bevrijd door de geallieerden. In de winter van 1944-1945 was de hongerwinter er . De bevrijding was op 5 mei 1945.
3.2. De joden in de val
3.2.1. Tijdens de eerste maanden van de bezetting woonden in Nederland zo'n 140 000 joden . In oktober kregen ambtenaren de Ariërverklaring voorgelegd.
3.2.2. NSB-groepen trokken regelmatig joodse wijken in om ze te vernielen, toen hierbij in februari 1941 een NSB'er dodelijk gewond raakte gingen de Duitsers over tot razzia's. Uit protest brak in februari 1941 in Noord-Holland en Utrecht de Februaristaking uit. Joden kregen later een persoonsbewijs met een grote J er op en in begin 1942 kwam de Jodenster. In 1943 moesten alle joden zich melden om naar 'arbeidskampen' gebracht te worden.
3.3. De moord op miljoenen
3.3.1. In de jaren dertig bedachten Hitler en Heinrich Himmler, de leider van de SS, het plan dat alle joden naar een Afrikaanse kolonie moesten emigreren. Tijdens de Duitse inval in de Sovjet-Unie kwamen er andere plannen, nl gewoon de Untermenschen neerschieten, alleen ging dit niet snel en efficiënt genoeg.
3.3.2. In januari 1942 kwamen in het diepste geheim hoge Duitse nazi's bijeen en ze bedachten een plan om alle joden te vergassen met blauwzuur (Zyklon-B). Soms werd je gespaard en moest je werken en sterven door uitputting, honger, ziekten en mishandeling. Er werden ook joden gebruikt voor medische experimenten.
3.3.3. Pas na de oorlog werd duidelijk dat er 6 miljoen joden en nog heel veel andere Untermenschen zijn vermoord.